Jaarverslag Dierproeven 2015 https://dierproevenutrecht2015.jaarverslag.net Een uitgave van het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht Wed, 29 Jun 2016 13:36:16 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=5.8.1 Wout Puijk, biotechnicus https://dierproevenutrecht2015.jaarverslag.net/wout-puijk-biotechnicus/ Mon, 20 Jun 2016 14:46:58 +0000 http://dierproevenutrecht2015.jaarverslag.net/?p=1073 Doordat ik heel veel opschrijf, kon ik terugvinden wanneer ik met welke maatregel was begonnen.

The post Wout Puijk, biotechnicus appeared first on Jaarverslag Dierproeven 2015.

]]>

Wout Puijk, biotechnicus


Eerste contact met proefdieren

Mijn broer werkte bij TNO en ik ging wel eens met hem mee als hij de proefdieren ging verzorgen. Wij kwamen van een boerenbedrijf, dus we waren al van jongs af aan gewend om voor dieren te zorgen. Later ben ik zelf ook bij TNO gaan werken. Dat was het begin van mijn proefdiercarrière. In de avonduren studeerde ik voor mijn diploma’s voor proefdierverzorger en biotechnicus.

Werk met proefdieren nu

image6Ik houd me bezig met de huisvesting en de verzorging van muizen en ratten, en waar nodig met biotechnische handelingen, zoals bloed afnemen, stoffen toedienen en spenen: de jongen van de moeder weghalen. Ik heb ook met konijnen, cavia’s en hamsters gewerkt, en was een tijd chef van de proefdierverblijven, toen nog aan de Catharijnesingel. Naast het werken met proefdieren moet er veel administratie bijgehouden worden. Alles wat je doet moet geregistreerd worden.

Moeite mee

Ik vind het wel eens lastig als een onderzoeker weinig ervaring heeft. Dan streef ik ernaar om de juiste werkwijze met de dieren aan te leren. Het is bijvoorbeeld een hele kunst om het juiste aantal proefdieren met bepaalde genetische eigenschappen te fokken, en dus zo weinig mogelijk overschot van proefdieren te hebben. Ik heb dat door de jaren heen geleerd en begeleid anderen daarbij.

Dilemma

Lang geleden fokten we muizen in een ruimte die in de zomer te warm werd. In de zomer liep het aantal geboren pups terug. Dat maakt het plannen van het aantal gefokte dieren erg moeilijk. We wisten niet precies wat er aan de hand was, maar die warmte was natuurlijk niet goed voor het welzijn van de muizen. Airco was nog niet gangbaar, maar ik vroeg die toch aan. Om ervoor in aanmerking te komen, moest ik aantonen dat de temperatuur het probleem was.

Het is een kwestie van alert zijn

Van een bevriend geneticus hoorde ik dat zaadcellen dood kunnen gaan van hoge temperaturen, en dat bracht me op een idee. Ik ging dagelijks de temperatuur én de geboortes bijhouden. En jawel, er zaten telkens 3 weken tussen een warmtepiek en het begin van een geboortedip, precies de tijd van de dracht. Die airco hebben we gekregen.

3V-methoden

Korter geleden hadden we problemen met vechtende mannetjes. Ik dacht dat de geur van vrouwtjes misschien een rol speelde. Toen ben ik begonnen met het aanpassen van de werkvolgorde: eerst de mannetjes verzorgen, dan de vrouwtjes, om geen vrouwtjesgeur mee te nemen naar de mannetjes. Moest ik toch eens iets in de andere volgorde doen, dan maakte ik mijn handschoenen schoon met alcohol. Ook heb ik de mannetjes en vrouwtjes verder uit elkaar gezet. Doordat ik heel veel opschrijf, kon ik terugvinden wanneer ik met welke maatregel was begonnen, en dat kon ik koppelen aan cijfers over vechtgedrag. De maatregelen bleken te werken. Het is een kwestie van alert zijn. Als je drinknippels op een metalen tafelblad laat vallen is dat een hard en schel geluid, niet alleen voor ons, maar ook voor dieren. Daar kun je best rekening mee houden. Zo heb ik ook eens een klein onderzoek opgezet om na te gaan in welke kleur buizen ratten het liefst schuilen. Dat bleken de rode te zijn. Daar heb ik samen met twee onderzoekers een artikel over geschreven voor de Biotechnische Vereniging, waar ik ook actief in ben: De rat bekent kleur.

alle gesprekken

The post Wout Puijk, biotechnicus appeared first on Jaarverslag Dierproeven 2015.

]]> Sylvana Pol, masterstudent Neuroscience and Cognition https://dierproevenutrecht2015.jaarverslag.net/sylvana-pol-masterstudent-neuroscience-and-cognition/ Mon, 20 Jun 2016 14:24:56 +0000 http://dierproevenutrecht2015.jaarverslag.net/?p=1069 Zodra ik de deur van het dierverblijf open deed, stonden ze met hun snuit tegen de voorkant van de kooi gedrukt. Hierdoor had ik moeite met handelingen die ze niet prettig vonden.

The post Sylvana Pol, masterstudent Neuroscience and Cognition appeared first on Jaarverslag Dierproeven 2015.

]]>

Sylvana Pol, masterstudent Neuroscience and Cognition


Eerste contact met proefdieren

Mijn eerste ervaring met dierproeven was tijdens mijn bachelor biomedische wetenschappen. Tijdens het vak Introduction in neuroscience deden we een gedragsexperiment met spelende ratten. Het was een leuke ervaring. Ik vond het goed om te zien hoe zorgzaam de onderzoekers met de beestjes omgingen.

Werk met proefdieren nu

Tijdens mijn stage aan de Universiteit Utrecht heb ik verschillende gedragsexperimenten gedaan met ratten om na te gaan waar individuele verschillen in verslavingsgevoeligheid vandaan komen. Inmiddels ben ik alweer begonnen aan mijn tweede stage, in Bazel. Daar kijk ik naar bepaalde gebieden in de hersenen van muizen die te maken hebben met leren en motoriek, en ook met de ziekte van Parkinson en de ziekte van Huntington.

Moeite mee

Tijdens mijn stage in Utrecht had ik mijn eigen groep ratten. Daar krijg je dan toch een band mee. Het zijn erg intelligente en nieuwsgierige beestjes. Zodra ik de deur van het dierverblijf open deed, stonden ze met hun snuit tegen de voorkant van de kooi gedrukt. Hierdoor had ik moeite met handelingen die ze niet prettig vonden; het geven van injecties bijvoorbeeld. En ook het euthanaseren van de dieren aan het einde van de proef vond ik moeilijk.

Tijdens mijn stage in Utrecht had ik mijn eigen groep ratten. Daar krijg je dan toch een band mee.

Dilemma

Ik verschoonde zelf elke week de kooien. Daarbij moest ik natuurlijk ook goed op hun welzijn letten. Ik woog ze, om te checken of ze nog goed op gewicht waren. Ik lette ook op hun gedrag, en of ze er nog gezond uit zagen. Soms is het moeilijk in te schatten of een dier ziek is, of hoe ernstig het is. Ratten zijn prooidieren, dus ze laten niet snel zien dat ze ziek zijn. Dit is een van de redenen waarom het wegen belangrijk is. Als ik mijn twijfels had over de gezondheid van een van mijn dieren, doordat het bijvoorbeeld veel was afgevallen, liet ik dit altijd controleren door een van de analisten of mijn begeleider. Samen met hen werd er dan besloten of het dier behandeld of geëuthanaseerd moest worden.

3V-methoden

Het brein is een complex systeem, dus vervanging van dit soort proeven zal er in de nabije toekomst niet komen. Vermindering en verfijning kan ik bereiken door goed na te denken over de opzet van de proef. Het is belangrijk om goed na te denken over het aantal dieren dat je nodig denkt te hebben. Te veel dieren gebruiken waar je het af zou kunnen met minder, is natuurlijk niet goed. Te weinig dieren gebruiken waardoor je informatie mist in je project is ook niet goed, want dit zou kunnen betekenen dat je het hele project opnieuw moet doen met nieuwe dieren. Ook zouden operatietechnieken verfijnd kunnen worden om dieren te besparen. Daarnaast moeten negatieve of neutrale resultaten vaker gepubliceerd worden. Wat er nu vaak gebeurt is dat een tijdschrift alleen publicaties accepteert die innovatief en positief zijn. Dit heeft als gevolg dat een onderzoek waarbij de resultaten niet zijn zoals verwacht, niet openbaar wordt gemaakt. Hierdoor herhalen misschien andere onderzoekers onbewust hetzelfde onderzoek. Publicatie van negatieve of neutrale resultaten voorkomt duplicatie van onderzoeken, en daardoor onnodig gebruik van proefdieren.

alle gesprekken

The post Sylvana Pol, masterstudent Neuroscience and Cognition appeared first on Jaarverslag Dierproeven 2015.

]]> Koen Vaessen, projectmanager-dierenarts https://dierproevenutrecht2015.jaarverslag.net/koen-vaessen-projectmanager-dierenarts/ Mon, 20 Jun 2016 14:08:50 +0000 http://dierproevenutrecht2015.jaarverslag.net/?p=1063 In mijn werk zijn we altijd bezig met Verfijning. Daar zit continu verbetering in door de ervaring die je opdoet, door de kennis die er steeds meer komt.

The post Koen Vaessen, projectmanager-dierenarts appeared first on Jaarverslag Dierproeven 2015.

]]>

Koen Vaessen, projectmanager-dierenarts


Eerste contact met proefdieren

Toen ik in Maastricht neuropsychologie studeerde heb ik zelf onderzoek gedaan met muizen naar de ziekte van Alzheimer, maar ook in mijn eerdere opleiding als dierenarts in de jaren ’80 kwam ik al in aanraking met dierproeven. Dat was dus voor onderwijs, maar toen hield niemand van de studenten zich bezig met het feit dat dat eigenlijk ook dierproeven zijn. In een practicum moesten we een big opereren en daarna een aantal dagen observeren. Dat was heel spannend: de eerste keer dat we zelfstandig mochten opereren! Ik denk dat daar nu geen toestemming meer voor gegeven zou worden, omdat het leerrendement te klein zou worden gevonden ten opzichte van de belasting van het proefdier.

Werk met proefdieren nu

Ik ben projectmanager-dierenarts in het Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium. Ik ben daar hoofd van de afdeling Chirurgie. Daar houd ik me voornamelijk bezig met de chirurgie van de grote proefdieren, hier vooral varkens, schapen, geiten en af en toe honden. En ik houd me bezig met het beoordelen van werkprotocollen en ook met beleid, huisvesting, voer, enzovoort. En los hiervan zit ik als extern dierenarts in de Dierexperimentencommissie van het AMC, dus ik ken ook die kant van het werk.

Moeite mee

Waar ik tijdens de studie diergeneeskunde moeite mee had was het leren stukzagen van een dood kalf in de buik van de koe met een draadzaag. Dat moest je leren, omdat een dood kalf soms niet vanzelf geboren wordt, wat een groot risico is voor de koe. Dan moet het in delen uit de koe worden gehaald. Dat vergt veel oefening. Nu worden daarvoor kalverkadavers gebruikt in een nepkoe, en in de praktijk van de veehouderij wordt tegenwoordig vaak voor een keizersnee gekozen.

Dilemma

We hebben wel eens een schaap als proefdier gehad waarvan de conditie opeens heel erg slecht werd. Het had last van hartfalen en was benauwd. Het schaap zou een week later geopereerd worden. Het meest diervriendelijke was het dier euthanaseren, maar dan moest er een vervangend schaap als proefdier gebruikt worden, dus dat is weer een proefdier extra. Bovendien was dan alles wat dit dier had meegemaakt voor niets geweest. Anderzijds: wachten tot het moment waarop de operatie gepland was kon ook niet. Toen is het gelukt om de operatie te vervroegen, want eenvoudig klinkt, maar niet eenvoudig is, want daar moeten de juiste mensen bij aanwezig zijn. Gelukkig is dat in goed overleg wel gelukt. Ook hebben we het schaap meteen medicatie en pijnstilling gegeven. Tegelijk moet ik zeggen: in mijn werk als landbouwhuisdierenarts heb ik meer moeite gehad met sommige dilemma’s. Soms weegt in die sector het economisch belang zwaarder dan het dierenwelzijnsbelang.

We leren steeds meer mogelijkheden kennen, zoals de pijnstilling afstemmen op wat je ziet en merkt aan het dier.

3V-methoden

In mijn werk zijn we altijd bezig met Verfijning. Daar zit continu verbetering in door de ervaring die je opdoet, door de kennis die er steeds meer komt. We leren steeds meer mogelijkheden kennen, zoals de pijnstilling afstemmen op wat je ziet en merkt aan het dier. Ook komen er steeds meer mogelijkheden voor pijnstilling bij, net als technieken voor anesthesie en operatietechnieken. Die worden daardoor ook minder belastend.

geiten-op-stal 

alle gesprekken

The post Koen Vaessen, projectmanager-dierenarts appeared first on Jaarverslag Dierproeven 2015.

]]> Miranda van Amersfoort, researchanalist https://dierproevenutrecht2015.jaarverslag.net/miranda-van-amersfoort-researchanalist/ Mon, 20 Jun 2016 13:46:26 +0000 http://dierproevenutrecht2015.jaarverslag.net/?p=1058 Op onze afdeling onderzoeken we hoe je het uitzaaien van borstkanker kunt remmen. Als een onderzoeksvoorstel getoetst en goedgekeurd is, zetten we de proef op en voer ik hem uit.

The post Miranda van Amersfoort, researchanalist appeared first on Jaarverslag Dierproeven 2015.

]]>

Miranda van Amersfoort, researchanalist


Eerste contact met proefdieren

In mijn opleiding als dierverzorger had ik niets met de richting proefdieren. Later ging ik naar de opleiding tot dierenartsassistent, en tijdens mijn stages merkte ik dat ik proefjes doen interessant vond. Ik ging naar de open dag van het Hoger Laboratorium Onderwijs en zag daar voor het eerst proefdieren: muizen en ratten. Eerlijk gezegd maakte een stuk van een haai dat er lag meer indruk op me. Toen ik tijdens mijn vervolgstudie tot researchanalist voor het eerst zelf levende ratten ging opereren, vond ik dat wel een hele stap, maar ik wist dat het nodig was, en dat ze niet meer uit de narcose zouden bijkomen. Dat scheelde wel.

Werk met proefdieren nu

Op onze afdeling onderzoeken we hoe je het uitzaaien van borstkanker kunt remmen. Als een onderzoeksvoorstel getoetst en goedgekeurd is, zetten we de proef op en voer ik hem uit. In de praktijk betekent dat meestal dat ik tumorcellen in muizen inbreng en verschillende behandelingen op ze uittest. Ik injecteer stoffen om te zien of ze invloed hebben, en bekijk de dieren in een apparaat waarin de tumorcellen oplichten, om te zien of er uitzaaiingen zijn.

Op onze afdeling onderzoeken we hoe je het uitzaaien van borstkanker kunt remmen.

Moeite mee

Eén keer heb ik met tranen in mijn ogen gestaan. Het kopje van een muis was kaalgevreten door een andere muis. Ik dacht dat hij dood was, maar toen ik erbij kwam zag ik dat hij nog ademde. De dag ervoor was er nog niets aan de hand geweest, maar waarschijnlijk waren ze die nacht gaan vechten. Dieren kunnen helaas ook heel hard zijn tegen elkaar. Gelukkig gebeurt iets dergelijks bijna nooit, omdat we de dieren heel vaak controleren.

Dilemma

Tijdens mijn stage, ruim tien jaar geleden, zorgde ik voor enkele muizen die van de jeuk hun huid aan het openkrabben waren. Ik vond dat ze uit de proef gehaald moesten worden. De onderzoeker vond van niet. Die wilde de proef graag afmaken. Mijn stagebegeleider was er niet, dus ik wist niet wat ik moest doen. Toen heb ik gedacht: ik ben hier voor de dieren. Ik heb daarom toch aan de bel getrokken. Er is een dierenarts bij gekomen en die was het met mij eens. De dieren met ernstige jeuk zijn toen voortijdig uit de proef gehaald en doodgemaakt, om hun lijden te stoppen.

3V-methoden

Op dit moment weet ik niet wat we nog beter zouden kunnen doen, want elke verbetering die we kunnen bedenken voeren we al door. We testen sowieso heel veel vooraf in het lab, bijvoorbeeld op gekweekte cellen. Pas als een toegediende stof daar wat blijkt te doen, gaan we over op dierproeven. Dat is nodig, want vaak blijkt toch dat tumorcellen in een levend wezen anders reageren. Dat komt door de invloed van het immuunsysteem of van organen, zoals de lever die bepaalde stoffen afbreekt. Het is dus heel moeilijk om nooit meer dieren te gebruiken.

Jaren geleden was het nodig voor dit onderzoek om de muizen in leven te houden tot ze zwaar gingen ademen: dan wist je dat de tumorcellen in de longen zaten. Door nieuwe technieken kunnen we nu veel sneller zien wanneer de longen aangetast zijn, al voordat de dieren ziek zijn. We halen de dieren op tijd uit de proef en doden ze voor ze echt last krijgen. Want hoe minder lijden, hoe beter.

alle gesprekken

The post Miranda van Amersfoort, researchanalist appeared first on Jaarverslag Dierproeven 2015.

]]>