Miranda van Amersfoort, researchanalist

Eerste contact met proefdieren

In mijn opleiding als dierverzorger had ik niets met de richting proefdieren. Later ging ik naar de opleiding tot dierenartsassistent, en tijdens mijn stages merkte ik dat ik proefjes doen interessant vond. Ik ging naar de open dag van het Hoger Laboratorium Onderwijs en zag daar voor het eerst proefdieren: muizen en ratten. Eerlijk gezegd maakte een stuk van een haai dat er lag meer indruk op me. Toen ik tijdens mijn vervolgstudie tot researchanalist voor het eerst zelf levende ratten ging opereren, vond ik dat wel een hele stap, maar ik wist dat het nodig was, en dat ze niet meer uit de narcose zouden bijkomen. Dat scheelde wel.

Werk met proefdieren nu

Op onze afdeling onderzoeken we hoe je het uitzaaien van borstkanker kunt remmen. Als een onderzoeksvoorstel getoetst en goedgekeurd is, zetten we de proef op en voer ik hem uit. In de praktijk betekent dat meestal dat ik tumorcellen in muizen inbreng en verschillende behandelingen op ze uittest. Ik injecteer stoffen om te zien of ze invloed hebben, en bekijk de dieren in een apparaat waarin de tumorcellen oplichten, om te zien of er uitzaaiingen zijn.

Op onze afdeling onderzoeken we hoe je het uitzaaien van borstkanker kunt remmen.

Moeite mee

Eén keer heb ik met tranen in mijn ogen gestaan. Het kopje van een muis was kaalgevreten door een andere muis. Ik dacht dat hij dood was, maar toen ik erbij kwam zag ik dat hij nog ademde. De dag ervoor was er nog niets aan de hand geweest, maar waarschijnlijk waren ze die nacht gaan vechten. Dieren kunnen helaas ook heel hard zijn tegen elkaar. Gelukkig gebeurt iets dergelijks bijna nooit, omdat we de dieren heel vaak controleren.

Dilemma

Tijdens mijn stage, ruim tien jaar geleden, zorgde ik voor enkele muizen die van de jeuk hun huid aan het openkrabben waren. Ik vond dat ze uit de proef gehaald moesten worden. De onderzoeker vond van niet. Die wilde de proef graag afmaken. Mijn stagebegeleider was er niet, dus ik wist niet wat ik moest doen. Toen heb ik gedacht: ik ben hier voor de dieren. Ik heb daarom toch aan de bel getrokken. Er is een dierenarts bij gekomen en die was het met mij eens. De dieren met ernstige jeuk zijn toen voortijdig uit de proef gehaald en doodgemaakt, om hun lijden te stoppen.

3V-methoden

Op dit moment weet ik niet wat we nog beter zouden kunnen doen, want elke verbetering die we kunnen bedenken voeren we al door. We testen sowieso heel veel vooraf in het lab, bijvoorbeeld op gekweekte cellen. Pas als een toegediende stof daar wat blijkt te doen, gaan we over op dierproeven. Dat is nodig, want vaak blijkt toch dat tumorcellen in een levend wezen anders reageren. Dat komt door de invloed van het immuunsysteem of van organen, zoals de lever die bepaalde stoffen afbreekt. Het is dus heel moeilijk om nooit meer dieren te gebruiken.

Jaren geleden was het nodig voor dit onderzoek om de muizen in leven te houden tot ze zwaar gingen ademen: dan wist je dat de tumorcellen in de longen zaten. Door nieuwe technieken kunnen we nu veel sneller zien wanneer de longen aangetast zijn, al voordat de dieren ziek zijn. We halen de dieren op tijd uit de proef en doden ze voor ze echt last krijgen. Want hoe minder lijden, hoe beter.

alle gesprekken