Schenkingen van liturgische gewaden

Medieval Memoria Online

Schenking

Vervaardiging

Objectbeschrijvingen

Driestel geschonken door Johannes de Visscher van der Gheer

Noordelijke Nederlanden, 1570 (gedateerd op de banderollen)

Wol, linnen en zijde

The Metropolitan Museum of Art, New York (kazuifel en dalmatiek), inv. nr. 54.176.2 en 54.176.1; Los Angeles County Museum of Art, Los Angeles (dalmatiek), inv. nr. M.79.117

(klik op de kleine afbeeldingen voor een vergroting)
(Het derde gewaad, een dalmatiek bewaard in het Los Angeles County Museum of Art, wordt hier niet getoond: het is nagenoeg identiek aan de getoonde dalmatiek)
Kazuifel - Voorzijde

Het kazuifel en de twee dalmatieken die tegenwoordig in Amerikaanse musea bewaard worden, vormen tezamen een nog compleet driestel. Oorspronkelijk zullen de gewaden in de Grote of St. Barbarakerk te Culemborg gefunctioneerd hebben. In 1556 wordt een Johannes de Visscher van der Gheer (ca. 1527-1591) genoemd als kanunnik van het kapittel van deze kerk. Hij wordt herdacht via de wapenschilden op het stel.

Gebedsportret van Johannes de Visscher van der Gheer, op het linkerluik van zijn drieluik, ca. 1555-1570. (Centraal Museum, Utrecht)

De achterzijde van elk gewaad toont linksboven het wapenschild van de familie De Visscher van der Gheer, en rechtsboven het wapenschild van de familie Van Culemborch. Ook de aurifriezen op de drie gewaden komen overeen. Bovenaan is in een zwierige banderol de Latijnse spreuk flectimur non frangimur undis geborduurd, oftewel door de golven worden wij gebogen, niet gebroken. Dit motto wordt verbeeld door een groep lisdodden aan een golvende oever.

Drieluik van Johannes de Visscher van der Gheer in gesloten toestand, met het lisdoddenembleem en zijn motto. (Centraal Museum, Utrecht)

Johannes de Visscher van der Gheer hechtte blijkbaar grote waarde aan het motto en embleem. Dit wordt duidelijk wanneer we kijken naar het drieluik van zijn familie (ca. 1555-1570) uit de Grote of St. Barbarakerk. Behalve de wapenschilden van de kanunnik, zijn op de buitenluiken ook weer de Latijnse spreuk en de lisdodden te zien. Toen De Visscher van der Gheer halverwege de jaren 1570 vicaris werd van de Utrechtse Janskerk, nam hij het drieluik mee. Het kreeg een plek in de kapel van het St. Sebastiaans- of Heilig Kruisgasthuis in Utrecht. In 1591 werd De Visscher van der Gheer begraven in de Utrechtse Klaaskerk (Nicolaïkerk). Hoewel de grafzerk inmiddels erg beschadigd is, zijn het motto en embleem van De Visscher van der Gheer nog steeds goed te herkennen. Dankzij een tekening en beschrijving van de geschiedkundige Arnoldus Buchelius kennen we ook het grafschrift.

Op de voorzijde van de dalmatieken bevindt zich bovenaan De zweetdoek van Veronica, waarop volgens de legende een afdruk van het gezicht van Christus achterbleef. In het ovaal op de achterzijde van het kazuifel is De inzameling van het manna afgebeeld. Dit Oudtestamentische verhaal wordt opgevat als een voorafspiegeling van Christus' laatste avondmaal, welke gebeurtenis herdacht wordt in de eucharistie. Dit maakt De inzameling van het manna zeer geschikt als voorstelling op een misgewaad.

Het driestel is uitgevoerd in tapijttechniek, wat bijzonder is voor liturgische gewaden. De geweven stof imiteert brokaatfluweel, een effect dat verder versterkt wordt door het gebruik van het granaatappelmotief dat normaliter in kostbare Italiaanse stoffen verwerkt werd. Enkele details, zoals gelaatstrekken, haren en letters, zijn op de stof geborduurd. Als plaats van vervaardiging worden vaak Gouda en Leiden genoemd omdat in die steden tapijtweversateliers aanwezig waren.

Referenties en literatuur

  • Adlin, Jane, et al., Textiles in The Metropolitan Museum of Art, in: The Metropolitan Museum of Art Bulletin 53.3 (1995-1996) 48-49 [pdf].
  • Appleton Standen, Edith, European Post-Medieval Tapestries and Related Hangings in The Metropolitan Museum of Art, deel I (New York 1985) 194-198 / cat. nr. 29 [google books].
  • Buchelius, Arnoldus, Monumenta passim in templis ac monasteriis Trajectinae urbis atque agri inventa, ca. 1617 (Utrecht, Het Utrechts Archief, hs. XXVII L 1) 208 (f.110v) [digitale editie].
  • Filedt Kok, J.P., W. Halsema-Kubes en W.Th. Kloek (red.), Kunst voor de beeldenstorm: Noordnederlandse kunst 1525-1580, deel II ('s-Gravenhage 1986) 433-435 / cat. nr. 328-1-3.
  • Kazuifel: Metropolitan Museum of Art, New York, inv.nr. 54.176.2 [online catalogusbeschrijving].
  • Dalmatiek: Metropolitan Museum of Art, New York, inv.nr. 54.176.1 [online catalogusbeschrijving].
  • Dalmatiek: Los Angeles County Museum of Art, Los Angeles, inv.nr. M.79.117 [online catalogusbeschrijving].

Gebruik

Na de middeleeuwen