Grafzerken als memoria
De meer prestigieuze grafmonumenten hebben altijd al aandacht getrokken, maar hiervan zijn er relatief weinig bewaard
gebleven in Nederland. Er is nu echter ook steeds meer belangstelling voor grafzerken vanwege de inzichten die deze
ons kunnen bieden, niet alleen op (sociaal-)historisch gebied maar ook op kunsthistorisch, religieus, genealogisch en
heraldisch gebied.
Mensen werden begraven in de kerk, of op het kerkhof, of - bij begraving in een klooster - op andere plaatsen zoals in
het pandhof. De graven bevatten vaak meer dan één lichaam, want het was heel gewoon om echtparen en familieleden in
hetzelfde graf bij te zetten. Het begraven van mensen in de kerken werd in Nederland pas in 1829 officieel afgeschaft.
Middeleeuwse grafschriften beginnen in veel gevallen met 'Hier leit begraven' en eindigen vaak met een oproep tot
een gebed voor het zielenheil van de overledene(n): 'Bid voor de ziel'. De meer eenvoudige zerken vermelden echter
slechts de naam en het sterfjaar. Het was niet ongebruikelijk dat men tijdens het leven een begraafplaats koos en
een monument of zerk bestelde. De sterfdatum kon dan later ingevuld worden, zoals we nog steeds op
sommige zerken kunnen zien. Graven werden vaak generaties lang door dezelfde familie
gebruikt, waardoor er in de loop van de tijd meer namen en inscripties toegevoegd werden.
Graven konden doorverkocht worden of de kerk kon ze in beslag nemen voor hergebruik. Ook zerken werden opnieuw
gebruikt. Soms hakte men inscripties weg om die te vervangen door nieuwe grafschriften, maar het kwam ook voor dat
er gewoonweg een nieuwe naam werd toegevoegd. Grafzerken maakten
(en maken nog) deel uit van de vloer van de kerk en een groot aantal inscripties en wapenschilden zijn in de loop
der eeuwen door slijtage onleesbaar geworden. Hierdoor is het zonder andere bronnen moeilijk of onmogelijk de
overledene(n) te identificeren en de zerk te dateren.
Slijtage door de vele voetstappen die dagelijks over de vloer gaan is overigens niets nieuws. Ook de Utrechtse
oudheidkundige Aernout van Buchel (Buchelius, 1565-1641) klaagde hier diverse malen over in zijn
Monumenta
dat beschrijvingen bevat van grafzerken en inscripties in Utrechtse kerken en kloosters.
Aangezien er geen steengroeven met geschikt materiaal binnen de Nederlandse grenzen te vinden zijn, moest het benodigde
steen speciaal uit de zuidelijke Nederlanden (het huidige België) of Duitsland ingevoerd worden. Blauw hardsteen was een
veelgebruikt materiaal voor grafzerken, maar ook zandsteen (bijvoorbeeld Bentheim) en Öland
kalksteen uit het Zweedse Oostzeegebied werden gebruikt, al hadden die wel een heel andere kleur. Een goede, dure
steensoort zoals rood marmer
was een teken van welvarendheid en status, evenals een grote en rijk versierde zerk
omdat deze meer kostte vanwege materiaal, arbeid en vervoer.
Middeleeuwse grafzerken kunnen variëren van kleinere, simpele stenen met slechts een paar regels tekst of slechts
een merkteken
tot heel grote zerken met uitgebreide grafteksten en heraldiek. Luxueuze zerken vertonen ook andere decoraties,
zoals medaillons met de symbolen van de evangelisten of zelfs een afbeelding van de overledene(n) zelf. Sommige
stenen waren bovendien ingelegd met gegraveerde
koperen platen of ander materiaal, zoals wit marmer
voor gezichten en handen.
In de parochiekerk van Oudewater vinden we zerken van priesters alsmede van verschillende leden van dezelfde families.
De afmetingen variëren van wel 232 x 170 cm voor een groter familiegraf tot zerken van een meer bescheiden formaat
voor een standaard graf. Aan grotere zerken hing uiteraard een prijskaartje.
Kleinere zerken van bijvoorbeeld 50 x 75 cm waren bedoeld om slechts een deel van het graf te bedekken. Uit
middeleeuwse testamenten in Norfolk (Engeland) weten we dat zogenaamde 'hartstenen' (heart stones) op het
midden van een graf geplaatst werden. In Nederland werden zulke kleinere stenen eerder op het hoofdeinde gelegd. Het
oudst bekende grafboek van ca. 1595 in het kerkarchief van Oudewater bevat een gedetailleerde prijslijst met daarin
de extra kosten van een groter steen dan een hooftstuck binnen de kerck op een graft. Zelfs vooraanstaande
burgers verkozen vaak een kleiner hooftstuck, zoals blijkt uit de zerken in Oudewater.
Terug naar de top van de pagina
|
|
Disclaimer:
2011: website ontwerpen door Charlotte Dikken (UU). Deze website is getest op Internet Explorer, Opera en Firefox
en kan het best worden bekeken op een volledig gemaximaliseerd scherm. Tevens gebruiken sommige delen van deze site
JavaScript.
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op: 7 mei 2014.
|
|
|