Functies: Jeruzalemvaardersportretten als memoria?

Wat werd er met de Jeruzalemvaardersportretten eigenlijk precies herdacht? Het antwoord verschilt van object tot object. De teksten die op een aantal objecten staan, geven hiervoor aanwijzingen.

Ten eerste werd natuurlijk de pelgrimage zelf herdacht. Daarnaast is er in veel gevallen een duidelijk verband met de dodengedachtenis en zorg voor het zielenheil. Zo werden memorietafels vervaardigd ter gedachtenis aan de afgebeelde gestorvenen. Ook enkele losse portretten kunnen hiervoor bedoeld zijn geweest, zoals het portret van Eilard Cromme uit Kampen. Uit broederschapsportretten blijkt deze functie eveneens: het groepsportret uit Haarlem begint bijvoorbeeld met een lijst van overleden broeders, en noemt van bijna iedere afgebeelde het overlijdensjaar. Het is dan ook bekend dat in sommige broederschapskapellen leden begraven werden.

Toch is dit niet bij alle broederschapsportretten zo: in Utrecht wordt bijvoorbeeld nauwelijks melding gemaakt van overlijdensdata, of opgeroepen voor iemands ziel te bidden. Louise van Tongerloo heeft dan ook beargumenteerd dat hier de dodengedachtenis minder aanwezig was. Lang niet alle leden van de broederschap werden op de portretten afgebeeld. Ook werd er in de Utrechtse kapel waarschijnlijk niet begraven. Enkele individuele kopieën van Utrechtse Jeruzalemvaarders kunnen wel bij een graf zijn geplaatst.1 De Utrechtse portretten dienden daarentegen waarschijnlijk meer als een gemeenschappelijke herinnering aan de pelgrimage, of als sociaal prestige-object.

Uit graven en individuele portretten blijkt vaak dat een pelgrim ook andere pelgrimages heeft ondernomen. Op de broederschapsportretten komen verwijzingen hiernaar echter nauwelijks voor.2 Ook dit hangt samen met een verschil in functie: bij de broederschapsportretten voerde de memorie aan de gezamenlijke bedevaart de boventoon. Grafstenen en individuele portretten waren daarentegen persoonlijker, en daarop konden de ondernomen daden van boetedoening en sociaal prestige naar hartenlust uitgevent worden. Hier is echter ook een grote onderlinge verscheidenheid te zien: de graven van Jan van Scorel en Bernhard von Breydenbach, beiden beroemde Jeruzalemvaarders, bevatten voor zover bekend geen verwijzingen naar de pelgrimage.

Portretten van Jeruzalemvaarders konden tevens dienen als sociaal of politiek pressiemiddel. De portrettenserie van de landcommandeurs van het Duitse huis in Utrecht is bijvoorbeeld in deze zin op te vatten. De serie laat de lange geschiedenis van de orde in Utrecht zien, en houdt daarmee ook een verwachting naar continuering in de toekomst in. Jacob Taets van Amerongen, de vermoedelijke opdrachtgever en enige afgebeelde Jeruzalemvaarder, deed pogingen de orde terug te brengen naar haar religieuze karakter, en de palm in zijn hand is mogelijk te zien als een verwijzing naar de oorsprong van de orde, die uit de kruistochten was voortgekomen.3 Het idee had hij misschien van zijn oudoom Anthonis, die is afgebeeld in de Utrechtse broederschapsportretten.

De Jeruzalempelgrimage kon zodoende familietraditie worden. Van redelijk wat families zijn meerdere generaties als Jeruzalemvaarder afgebeeld, al dan niet op hetzelfde object. Het zou zelfs de reden kunnen zijn dat er nog veel portretten bewaard zijn gebleven. Latere familieleden hadden interesse in hun illustere voorvaderen, en bewaarden daarom hun portretten, waardoor de beeltenissen aan de beeldenstorm ontsnapt zijn.

Vorige: Portretten van Jeruzalemvaarders

Volgende: Attributen en insignes

Noten:
  1. Tongerloo, Louise van, 'Grablegung und Totengedenken bei Pilgerbruderschaften in Utrecht, mit einer Neuinterpretation von Scorels und Mors Bildnisreihen von Jerusalemfahrern,' in Truus van Bueren and Andrea van Leerdam, Care for the Here and Hereafter: Memoria, Art and Ritual in the Middle Ages (Turnhout 2005), pp. 221-247, p. 233.
  2. In één geval wordt een andere pelgrimage in de begeleidende tekst vermeld: bij Anthonis Taets van Amerongen op het Utrechtse portret van twee broederschapsleden.
  3. Meeuwissen, Daantje, Gekoesterde traditie. De portretreeks met de landcommandeurs van de Utrechtse Balije van de Ridderlijke Duitsche Orde (Hilversum 2011).
Disclaimer:
2012: website ontwerpen door Charlotte Dikken en Bart Holterman (UU). Deze website is getest op Internet Explorer, Opera en Firefox en kan het best worden bekeken op een volledig gemaximaliseerd scherm. Tevens gebruiken sommige delen van deze site JavaScript.
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op: .